Adriaan van Esbroeck |
Geboren | 15-03-1683 Bazel, België ![]() |
Overleden | 04-05-1725 Stoppeldijk, Zeeland, The Netherlands ![]() |
Begraven | 04-05-1725 Stoppeldijk (Pauluspolder), Zeeland, The Netherlands ![]() |
Leeftijd | 42 |
Beroep | Landbouwer |
Vader | Judocus van EsbroeckJudocus van Esbroeck ![]() * 11-10-1645 Bazel, België † 05-03-1721 Bazel, België ∞ Magdalena Verhaegen, 11-02-1668 Melsele, O. Vlaanderen, Belgium, 11 kinderen |
Moeder | Magdalena VerhaegenMagdalena Verhaegen ![]() * 1645 Bazel, België † 29-07-1710 Melsele, O. Vlaanderen, Belgium ∞ Judocus van Esbroeck, 11-02-1668 Melsele, O. Vlaanderen, Belgium, 11 kinderen |
Partner | Anna CoolsenAnna Coolsen ![]() * 1685 Boschkapelle, Zeeland, The Netherlands † 1763 ∞ Adriaan van Esbroeck, 1706 Boschkapelle, Zeeland, The Netherlands, 9 kinderen ∞ Cornelis Heijman, 1727, 1 kind ∞ Livinus Ongena, > 1732 |
Huwelijk | 1706 Boschkapelle, Zeeland, The Netherlands ![]() |
Kinderen |
|
Adriaan van Esbroeck is de stamvader van de Zeeuwse Vlaamse tak van de familie van Esbroeck. Hij is omstreeks 1680 geboren in Bazel (gelegen op de linker oever van de Schelde tegenover Antwerpen). Waarschijnlijk gedwongen door economische omstandigheden verliet hij zijn geboortestreek om zich in Zeeuws Vlaanderen te vestigen. Hij trouwde in 1706 met Anna Koolsen en woonde vanaf 1707 op het Vogelfort te Stoppeldijk. In 1725 is hij overleden. Bij zijn overlijden had hij 8 minderjarige kinderen. Zijn buurman Willem Smith trad op als voogd voor deze kinderen. Na zijn overlijden is een boedelinventaris opgemaakt. Hierin staat vermeld dat hij een boerderij pachtte ruim 43 gemeten groot. In het Hulsterambacht was het niet gebruikelijk dat boeren grote stukken land in eigendom hadden. De meeste boeren pachtten zoals van ouds hun grond bij een klooster of andere religieuze instelling. Op deze boerderij verbouwde hij tarwe (13 gemeten) gerst (3 gemeten) en zomer goed (blauwe en grauwe erwten en bonen) 8 gemeten. Aangezien hij ook nog enig vee had pachtte hij waarschijnlijk ook weiland maar dit is niet vermeld. Zijn veestapel bestond uit 3 paarden 4 koeien een rund een varken met biggen en kippen met een haan. Tot zijn huisraad behoorde een kasken, een koffer een tafelken en pluimen bedden. Het lijkt een karige boedel maar dat was zeker niet ongebruikelijk in het toenmalige Zeeuws Vlaanderen. Waarschijnlijk stond Adriaan er financieel toch niet best voor. Hij had namelijk zijn pacht over het afgelopen jaar niet volledig betaald. Voorts had hij enkele kleine schulden bij de plaatselijke smeden Adriaan Cammaert en Jan de Maat en aan het waterschap, maar dit was in de oogsttijd heel gebruikelijk. Ook had hij een sobere begrafenis gekregen er was niet geluid en hij was op het kerkhof en niet in de kerk begraven. Volgens de boedelbeschrijving was de totale waarde van zijn bezittingen becijferd op 334-10-7 Vlaams zijn schulden op 231-7-8 ? Vlaams zodat het vermogen 103.2.10 vlaams (fl 618) bedroeg. Kortom de erfenis was geen vetpot. Er zijn ook nog andere aanwijzingen die er op duiden dat dit gezin niet in weelde leefde. De boedel van zijn dochter Cornelia had bij haar overlijden volgens de weesakte een sobere gesteldheid, zodat haar broer Pieter de zorg voor de drie minderjarige kinderen op zich nam. Bovendien blijkt uit de overige vermeldingen van de kinderen van Adriaan dat ook zij niet vermogend waren.
|
|
Notitie bij geboorte ???Melsele??? |